Geschiedenis

Dat reeds in 1909 op de "Grote Heide" van Kiewit de eerste vliegveldactiviteit in België startte, is weinig geweten...

Al in de prille dagen van de luchtvaart heerste op het huidig vliegveld de bedrijvigheid van enkele pioniers, die mee de basis legden voor een technische ontwikkeling die het ritme van deze wereld drastisch zou versnellen. Vergeten we vooral niet dat dit slechts een 'zestal' jaren na de allereerste gemotoriseerde vlucht in de geschiedenis was. De gebroeders Wilbur en Orville Wright streken deze eer in 1903 voor zich op met hun historische vlucht van 190 meter in hun zelfgebouwd toestel...de 'Flyer'.

Piloten zijn helden van die tijd. Omdat vliegen zo gevaarlijk is gaat iedereen vlijtig op zoek naar uitgestrekte heidevlakten zoals de Beverzak tussen Zonhoven en Hasselt, naar Kiewit. Het terrein waar enkele jaren eerder burggraaf de Buisseret zijn renpaarden trainde, biedt inderdaad vele voordelen: 8 km lang (van aan de steenweg Hasselt - Zonhoven tot tegen Genk) en 2 à 3 km breed, vlak, zonder bomen en nauwelijks huizen. Kiewit is niet de eerste locatie waar er gevlogen wordt, maar het is wel de eerste plaats waar dit georganiseerd gebeurt. Een club gaat zich met het vlieggebeuren moeien. Er wordt een intern reglement opgesteld, er worden regelmatig wedstrijden gehouden onder controle van officiële wedstrijdcommissarissen, er worden loodsen en ateliers gebouwd. Het plein is voorzien van een omheining, je kan er eten in een restaurant en er is een pleinbeheerder. De gevolgen voor de omgeving zijn duidelijk. De middenstand profiteert mee van dit nieuwe fenomeen. De eerste militaire school wordt er opgericht. Vandaar Kiewit, "Het oudste vliegveld van België".

Waarschijnlijk nog minder bekend is het feit dat er van 8 tot 16 oktober 1910 zowaar een heuse vliegmeeting plaatsvond met een bezoekerspiek van 15.000 toeschouwers op zondag 9 oktober 1910. Vanaf toen werd het vliegveld van Kiewit een proefterrein voor vliegtuigen van uiteenlopende aard en ontstond er tevens een eerste vliegschool. Uiteraard werden er ook elders in België vliegvelden opgericht en begon langzaamaan de belangstelling voor Kiewit te tanen. Einde van de jaren twintig was er echter een heropleving van de interesse, dankzij de 'Limburg Aviation Club' en tot voor het begin van de Tweede Wereldoorlog slaagde men erin een drukke activiteitenkalender aan te houden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitse bezetters het vliegveld in hun afleidingstactiek tegen de geallieerde bommenwerpers door het opstellen van vliegtuigskeletten op het terrein. Verschillende pogingen om na de oorlog in Kiewit regelmatige vliegactiviteiten uit te bouwen bleven echter zonder noemenswaardig resultaat tot het einde van de jaren zestig: op 6 februari 1969 werd de vliegclub 'Aero-Kiewit vzw' boven de doopvont gehouden.

Sindsdien werd met wisselend succes geprobeerd om op en rond "Het oudste vliegveld van België" actief de luchtvaart te bedrijven: de infrastructuur werd uitgebouwd, eigen clubtoestellen werden gekocht, de vliegschool kreeg vorm en geslaagde vliegmeetings en fly-in's zorgden voor grote publieke belangstelling. Intussen is de vliegclub 'Aero-Kiewit vzw' uitgegroeid tot één van de meest bedrijvige clubs in België.

 

Vliegen is iets wat de mensheid al eeuwen bezig heeft gehouden. De mythe van Icarus is misschien het beste voorbeeld hiervan.

100 jaar luchtvaart...

Tot een zeer recent punt in onze wereldgeschiedenis bleef het idee van vliegen voor mensen voorbehouden aan het rijk van de fantasie en dromen. Maar vanaf de 18de eeuw, door middel van hete luchtballons, nam deze vorm van verovering een hoge vlucht. Tot het begin van de 20ste eeuw bleef deze vorm van vliegen de enige manier, weliswaar aangevuld met de zeppelin. In 1903 wisten de gebroeders Wright in North Carolina de eerste succesvolle vlucht in een vliegtuig te maken. Duur: 12 seconden.

Aangespoord door dit succes werden er steeds meer vliegtuigen gebouwd, deze konden steeds sneller en langer in de lucht blijven. De vluchten werden ook steeds gewaagder. Louis Blériot stak in 1909 als eerste met een vliegtuig het Kanaal over tussen Engeland en Frankrijk. Roland Garros deed hetzelfde met de Middellandse Zee in 1913. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog is de ontwikkeling al zo ver dat het vliegtuig als oorlogsmiddel gebruikt kan worden. In eerste instantie, naast het gebruik van hete luchtballonnen, om te verkennen: om de vijandelijke linies vanuit de hoogte te bekijken. Later werd het vliegtuig ook gebruikt in de oorlogsvoering. De verhalen van de luchtgevechten tussen de Britten, Fransen en Duitsers zijn bekend geworden dankzij de manoeuvres van de Rode Baron, Von Richthofen. Na de Eerste Wereldoorlog werd het vliegtuig een steeds normalere verschijning. Het werd gebruikt voor transport (denk aan de posterijen) en ook kwamen er steeds meer passagiersvliegtuigen. In 1927 vindt de eerste transatlantische vlucht plaats: Charles Lindbergh steekt in zijn ‘Spirit of St. Louis’ de Atlantische Oceaan over. De luchtmacht ontwikkelde zich als nieuwe legermacht in verschillende landen.

Ook vliegdekschepen worden, in eerste instantie in Amerika, steeds meer gebruikt. Het allereerste massale luchtbombardement ooit vond plaats tijdens de Spaanse Burgeroorlog: in Guernica. De Tweede Wereldoorlog werd grotendeels gedomineerd door het vliegtuig als wapen. Denk hierbij aan de bombardementen van Warschau en Rotterdam, de parachutelandingen van Duitse militairen en ook de 'Battle of Britain'. Ook de aanval op Pearl Harbor door Japan was ondenkbaar zonder vliegtuigen en vliegdekschepen. De controle over het luchtruim verschoof tijdens de oorlog langzamerhand naar de geallieerden. De bombardementen op Duitsland en natuurlijk de atoombom op Hiroshima en Nagasaki waren niet mogelijk geweest zonder een vliegtuig. Na de Tweede Wereldoorlog bereidde het luchtvaartverkeer steeds meer uit en de komst van de straalmotor, als eerste ontwikkeld voor de passagiersvliegtuigen door de Engelsen, zorgde voor nog snellere verbindingen. De wereld werd steeds kleiner.

Verwant aan de luchtvaartgeschiedenis is de ruimtevaart die in de jaren 50 en 60 grote sprongen voorwaarts maakte: Sputnik, Yuri Gagarin en John Glen, maanlanding enz...

Supersonische vluchten, iets wat bij straaljagers van de luchtmacht al eerder werd toegepast, werd eind jaren zestig ook aangewend om passagiers sneller te kunnen vervoeren. Het samenwerkingsakkoord tussen Engeland en Frankrijk resulteerde in de Concorde. Deze Concorde moest de concurrentie aankunnen met de rond dezelfde tijd voltooide Boeing 747.

Begin jaren tachtig werd de Space Shuttle gebruikt, een opmerkelijke combinatie van een ruimteschip en een vliegtuig. De reis naar de ruimte vond op de traditionele wijze plaats door middel van een raketlancering. De landing op aarde gebeurde net zoals een vliegtuig, maar dan zonder straalaandrijving. Dit maakt dat de Space Shuttle feitelijk het grootste zweefvliegtuig is. Wat de toekomst van het vliegen brengt spreekt erg tot de verbeelding: dubbeldeksvliegtuigen, nieuwe supersonische vliegtuigen ter vervanging van de Concorde, vliegtuigen die gebruik maken van de ruimtevaarttechnologie enz. Alles lijkt mogelijk. Ook het idee om vliegtuigen om te toveren tot vliegende cruiseschepen, zoals in de jaren dertig al met de zeppelins gebeurde, behoort tot de mogelijkheden.

Het begin van vliegveld Kiewit

Het verhaal van het vliegveld Kiewit begint in 1909-1910, in een periode dat Limburg een enorme bloei kende. André Dumont ontdekte steenkool in de Genkse ondergrond en dankzij de industriële activiteiten die daaruit volgden stond Limburg eindelijk op de kaart van België. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ergens einde 1909 een zekere Alfred Lanser uit Pont-à-Celes bij Charleroi, in zijn zoektocht naar een oefenveld voor vliegeniers, in die “nieuwe” provincie, in Kiewit bij kasteelheer Emile Vroonen terechtkwam. Vroonen huurde het stuk heidegrond dat later vliegveld Kiewit zal worden. De grond was en is nog altijd eigendom van de gemeente Zonhoven, maar lag en ligt nog altijd op het grondgebied van de stad Hasselt. Vroonen en Lanser tekenden een huurovereenkomst en Lanser liet er meteen een loods bouwen. In februari 1910 kwam zijn vliegtuig in Kiewit aan.

Het terrein, halfweg tussen Hasselt en Zonhoven, bleek uitermate geschikt als oefenveld voor de vliegerij. Het had jaren dienst gedaan als oefenterrein voor renpaarden. Daardoor was de ondergrond stevig aangestampt en konden de vliegtuigen er zonder veel gevaar opstijgen en landen, zelfs bij regenweer. Het gebied was ook zeer uitgestrekt, zo'n 8 km lang en ongeveer 3 km breed. Nergens stonden bomen of andere hindernissen in de weg. Er stond een vrij regelmatige wind zonder hinderlijke windstoten. Zelfs de Franse luchtvaartpionier Henri Farman, op bezoek op 12 mei 1910, was aangenaam verrast door de uitgestrektheid van het gebied. De kranten hadden het over “Le plus beaux champ d’entraînement qui existe”.

© 2024 Koninklijke Aero-Kiewit vzw